Door een uitnodigende, veelzijdige en veilige speelomgeving, alleen en met anderen, wordt door de leiding aandacht besteed aan de ontwikkeling van de peuter op een aantal terreinen:

Taal- en spraakontwikkeling

De taal- en spraakontwikkeling speelt een grote rol in de peuterspeelzaal. Zowel individueel als groepsgericht stimuleren we de taal- en spraakontwikkeling. Een goede taal- en spraakontwikkeling is de basis voor het lezen, schrijven en rekenen, dus voor alle schoolvakken en de verdere toekomst. Deze voorschoolse aandacht voor taal is zeker ook belangrijk voor kinderen van andere culturele achtergronden die thuis een ‘andere’ taal spreken.

De nadruk ligt hierbij vooral op de taalvaardigheden spreken en luisteren en op de uitbreiding van de woordenschat. Deze activiteiten worden in samenwerking met de basisschool voorbereid en uitgevoerd. Het aanleren van de Nederlandse taal gebeurt spelenderwijs aan de hand van thema’s in de vorm van boekjes voorlezen, spelletjes doen, activiteiten in kleine groepjes, liedjes zingen, voorwerpen benoemen, gesprekjes voeren met de kinderen en in de alledaagse omgang met elkaar.

Creatieve ontwikkeling

Vrij spelen en expressieactiviteiten zijn een belangrijk onderdeel in de peuterspeelzaal. We laten de kinderen zoveel mogelijk hun gang gaan tijdens de activiteiten. De pedagogisch werker stimuleert de kinderen door zelf mee te doen en een voorbeeld te zijn voor de kinderen die nog niet goed weten wat ze kunnen doen. De pedagogisch werker laat de kinderen kennis maken met verschillende soorten materialen en laten de peuters experimenteren met creatieve middelen. Daarnaast maken we gebruik van andere expressiematerialen zoals muziekinstrumenten en liedjes.

Lichamelijke (motorische) ontwikkeling

De lichamelijke of motorische ontwikkeling is onder te verdelen in de grote motoriek (lopen, klimmen, springen, e.d.) en de kleine motoriek (pakken, vasthouden, bouwen, e.d.). We bieden de kinderen verschillende soorten materiaal aan. Om de lichamelijke ontwikkeling te stimuleren krijgen de kinderen de ruimte om bezig te zijn met bewegen.

Lichaamsbesef

Om het lichaamsbesef te bevorderen doen we regelmatig zintuiglijke spelletjes met de peuters zoals horen, zien, ruiken en voelen. Ook maken we gebruik van liedjes waarbij delen van het lichaam aangewezen kunnen worden, zoals “Dit zijn mijn wangetjes” en “Hoofd, schouders, knie en teen”. Hiermee ontdekt het kind zijn eigen lichaam en dat van anderen.

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Basisvoorwaarde voor een gunstige ontwikkeling in algemene zin van elk kind is een goede sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor deze ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen zich veilig en geborgen voelen. Er wordt op respectvolle wijze met het kind omgegaan. Door positief in te gaan op blijdschap, verdriet, woede, angst en onverschilligheid wordt de ontwikkeling van het leren kennen van de eigen gevoelens, het hiermee om kunnen gaan en deze gevoelens aan anderen duidelijk (durven) maken gestimuleerd. De gevoelens van de peuter worden serieus genomen, er wordt naar hem/haar geluisterd en meegeleefd.

Stimuleren van de identiteit en zelfredzaamheid

Het zelfvertrouwen vergroten we door het kind kleine opdrachten te geven die passen bij zijn ontwikkelingsniveau, hem te laten ervaren wat hij al kan, hem te prijzen als hij iets goed doet, of hem te helpen waar dat nodig is.

Dagelijks stimuleren wij de zelfstandigheid, door zelf handen wassen, broek ophalen, maar ook een puzzeltje maken of iets opruimen. Hierbij letten we op wat het kind al kan en waar hij op dat moment aan toe is. Doordat we genoeg ruimte geven voor zelfstandigheid en het kind laten weten dat hij fouten mag maken, wordt de zelfstandigheid gestimuleerd.

Verstandelijke (cognitieve) ontwikkeling

Kinderen leren spelenderwijs de wereld om zich heen te ontdekken. Door middel van puzzels, spelletjes, kleuren en vormen proberen we het denkvermogen te stimuleren. Ook boekjes en thema’s spelen hierbij een rol. Het helpt de peuter leren waarnemen, ordenen en sorteren. Het zelfstandig bedenken van oplossingen voor problemen door het kind is van groot belang in de verstandelijke ontwikkeling. Ook hierbij volgen we waar hij op dat moment aan toe is.

Wennen

Alvorens de peuter geplaatst wordt kan er door de peuter en ouder gekeken worden in de peuterspeelzaal. Ouder/Verzorger en kind kunnen vrijblijvend komen kijken. Op deze manier kan het kind alvast kennismaken met de uitdagingen van een peuterspeelzaal en wordt de ouder/verzorger geïnformeerd over de gang van zaken. Dit is tevens een intake gesprek.

Is de keuze gemaakt en komt de peuter op de Toverkoffer dan is de wen-periode aangebroken. Bij ieder kind is dit verschillend. De Rode draad voor de pedagogisch werkers bij het wennen op de peuterspeelzaal is het geven van veiligheid, vertrouwen en creatief omgaan met het zoeken en aanbieden van activiteiten waar de “nieuwe peuter” in geïnteresseerd is.